Een persoonlijke bijdrage van Marjanne van de Mheen

Afscheid nemen

Het mooie van mijn werk als geestelijk verzorger, zijn de ontmoetingen met mensen. Graag wil ik een gesprek eruit lichten…

Vaak spreek ik mensen in het hospice, terwijl zij in bed liggen. Ontdaan van het groot houden, het zich beter voor willen doen, de bekende muurtjes waar een mens zich achter kan verschuilen. En dat is niet per se negatief, maar het is bijzonder om een mens te ontmoeten op een kwetsbaar moment in zijn of haar leven wanneer die muurtjes er even niet zijn. Want mensen zijn kwetsbaar, dat is een gegeven. Er is niet veel voor nodig om een buts of blauwtje te lopen. Tegelijkertijd is een mens ook verrassend krachtig. Misschien wel juist in een bepaalde overgave aan het leven? Aan de dood?

Enkele weken geleden ontmoette ik een man in het hospice. Hij vertelde me over zijn leven. Het was een vol en rijk leven, wat in het teken had gestaan van zijn werk als directeur voor een grote organisatie. Met plezier en verantwoordelijkheid had hij die taak vervuld. Door zijn werk had hij veel van de wereld gezien en zijn steentje eraan bijgedragen. Ruim een jaar geleden was hij met pensioen gegaan. Het was de tijd geweest, om samen met zijn vrouw, bewust te kijken welke volgende stap ze in het leven wilde zetten. Het werd een ander huis, meer in de natuur waar ze vrienden en familie konden ontvangen. Maar niet veel later werd hij ziek.

Juist toen ik hem vroeg wie voor hem belangrijke anderen waren, stapte zijn vrouw de kamer binnen. De moeite op zijn gezicht verzachtte wat. En ondanks zijn kortademigheid kwam er geleidelijk meer ruimte voor zijn humor. Wat kan een ander van betekenis zijn! De een probeerde de ander op te beuren. Beiden probeerden de ander te ontzien. Niet te laten merken wat hun pijn en moeite was. Maar ‘in houden van’ is en blijft afscheid nemen pijnlijk en moeilijk. Daar ontkomen we niet aan. Toch is er juist in het vertellen, het aangaan van de pijn, in het opnemen van je kruis, verrassend genoeg, vaak ook vreugde en ontroering te vinden. En zo ook nu; de lach kwam, de dankbaarheid voor het leven dat ze geleefd hadden. De troost door de mooie dingen die ze samen hadden mogen beleven. De goede herinneringen, die zullen blijven.

Zijn vrouw liet ons nog even alleen. Ze wilde haar man ruimte geven, voor als er nog dingen waren, die hij zonder haar aanwezigheid wilde bespreken. Hij vond het goed. Hij wilde vooral doen, wat zij graag wilde, wat zij nodig had.

Nu dan, afscheid nemen, dat kon hij niet, zei hij. Dat vond hij het moeilijkst. Ik vroeg hoe hij dat dan gedaan had toen hij met pensioen ging. Hij was gewoon weggegaan, zonder afscheid te nemen. Mensen voelen zich vaak tot last, als ze ziek zijn, sterven gaan, maar ‘je kunt ze nog iets belangrijks geven,’ zei ik. ‘Neem goed afscheid. Voor jezelf en voor je vrouw, je dierbaren. Geef ze de ruimte om afscheid van je te nemen. Dat zal hen helpen. Het zal straks in het missen hen meer rust en vrede geven.’ Hoe benauwd hij ook was, hij luisterde aandachtig.

‘Je hoeft alleen maar jezelf te zijn en te ontvangen. En echt ontvangen is niet zomaar iets. Echt ontvangen is een groot geven.’ Het is troostend als je de kussen, de woorden die ze je geven, kunt ontvangen. ‘En in dit uurtje dat ik je een klein beetje heb leren kennen, denk ik dat je dat zeker kunt.’

Ik merk dat alles wat gezegd moest worden, gezegd is en ik geef hem een hand ter afscheid. Hij neemt mijn hand aan en bedankt me. ‘En valt mee,’ zegt hij. ‘Wat valt mee?’ Vraag ik. ‘Afscheid nemen,’ zegt hij met een spoor van humor in zijn ogen.

Twee dagen later, is hij, na afscheid te hebben genomen van zijn naasten, vredig ingeslapen. Rouw is er, maar ook dankbaarheid dat het zo mocht gaan. Vaak hebben we het over levenskunst, maar als de tijd ons gegeven is, is op een goede manier sterven ook een kunst.

Marjanne van de Mheen

Art: Paul Bulika
Afscheid nemen