Een persoonlijke bijdrage van Joke Drewes
Daar waar jij bent
“En nou zit ik hier te wachten tot ik dood ga.” Ik ben in gesprek met een oudere heer. We zitten in zijn appartement en we spreken over zijn leven. Hij heeft zich vanochtend gedoucht, met hulp van de zorg, en daarna koffie gedronken in het restaurant van het nabijgelegen verzorgingshuis. Zo meteen gaat hij nog wat boodschapjes doen, dat gaat nog net zelf.
Hij hoort slecht en praat wat moeilijk, maar we doen allebei ons best. Met wat geduld en aandacht verstaan we elkaar. Ik hoor over een getekend leven. Een jeugd getekend door oorlog en afwezige ouders. Geen toegang tot goed onderwijs, een moeizaam arbeidsleven. Vroeg met pensioen en daarna zijn partner verloren. De laatste jaren levert hij ook zijn gezondheid in. Zijn mobiliteit gaat achteruit en met zijn gehoor verdwijnt ook zijn grip op zijn sociale leven langzaam. En dan die zin: “en nou zit ik hier te wachten tot ik dood ga.”
Ik vond het een moeilijk gesprek. Als geestelijk verzorger kom je vaak in de buurt van hulpverlening en je raakt wat gewend aan het denken in interventies. Zou er medicatie mogelijk zijn? Is er een vrijwilliger te vinden die met meneer op wil trekken? En, vanuit mijn eigen vak, is er iets dat ik kan zeggen of vragen wat hem wijst op lichtpuntjes, op hoop? Is er een ritueel dat ik in kan zetten? Ik realiseer me ook dat ik dat zo graag wil omdat ik het zelf heel moeilijk vind om te accepteren dat iemand zijn eigen leven niet langer de moeite waard vindt. Ik kies voor een andere optie, die mijn eigen ongemak raakt, maar waar ik denk dat ik meneer het meest recht mee doe.
Ik zeg niks.
Ik laat meneer zoeken naar woorden waarin hij vertelt over zijn wereld die de glans verloren heeft en waarin hij geen zin meer vindt. De gedachten van deze meneer zijn de realiteit waarin hij leeft. Misschien is er op den duur samen met deze meneer te zoeken naar hoop. Maar voor nu wil ik hem ontmoeten in zijn realiteit, en daar samen met hem durven vertoeven.
Als geestelijk verzorgers hebben we, in het scala aan hulpverleners dat om iemand heen staat, een unieke rol. We hoeven iemand niet te wassen, socialiseren of diagnosticeren. We hoeven niet op te letten of medicatie ingenomen wordt, we schrijven geen oefeningen voor, we spuiten geen insuline.
We hebben de kans om iemand te ontmoeten, daar waar hij/zij/die is, en daar naast iemand te gaan staan. Van mens tot mens, zonder verdere agenda. In de professionalisering van ons vaak vind ik het belangrijk om dit aspect nooit uit het oog te verliezen. Ook wij raken geneigd om ingezet te worden als middel om de situatie voor iemand te verbeteren. Maar ten diepste is dat, in mijn opvatting, niet ons doel, hoezeer ook mijn hart soms hoopt dat het beter wordt.
De ontmoeting zélf is het doel, waarbij je de uitdaging aangaat om daar te durven zijn waar de ander is. Ook als die plek donker of ongemakkelijk is.
Het gesprek met meneer raakt weer wat aan de oppervlakte en we kletsen nog wat verder. We maken een nieuwe afspraak en ik neem afscheid. In de deuropening kijken we elkaar nog even aan. Zijn warme glimlach draag ik vandaag met me mee.
Joke Drewes