Afscheid nemen

Een persoonlijke bijdrage van Marjanne van de Mheen

Afscheid nemen

Het mooie van mijn werk als geestelijk verzorger, zijn de ontmoetingen met mensen. Graag wil ik een gesprek eruit lichten…

Vaak spreek ik mensen in het hospice, terwijl zij in bed liggen. Ontdaan van het groot houden, het zich beter voor willen doen, de bekende muurtjes waar een mens zich achter kan verschuilen. En dat is niet per se negatief, maar het is bijzonder om een mens te ontmoeten op een kwetsbaar moment in zijn of haar leven wanneer die muurtjes er even niet zijn. Want mensen zijn kwetsbaar, dat is een gegeven. Er is niet veel voor nodig om een buts of blauwtje te lopen. Tegelijkertijd is een mens ook verrassend krachtig. Misschien wel juist in een bepaalde overgave aan het leven? Aan de dood?

Enkele weken geleden ontmoette ik een man in het hospice. Hij vertelde me over zijn leven. Het was een vol en rijk leven, wat in het teken had gestaan van zijn werk als directeur voor een grote organisatie. Met plezier en verantwoordelijkheid had hij die taak vervuld. Door zijn werk had hij veel van de wereld gezien en zijn steentje eraan bijgedragen. Ruim een jaar geleden was hij met pensioen gegaan. Het was de tijd geweest, om samen met zijn vrouw, bewust te kijken welke volgende stap ze in het leven wilde zetten. Het werd een ander huis, meer in de natuur waar ze vrienden en familie konden ontvangen. Maar niet veel later werd hij ziek.

Juist toen ik hem vroeg wie voor hem belangrijke anderen waren, stapte zijn vrouw de kamer binnen. De moeite op zijn gezicht verzachtte wat. En ondanks zijn kortademigheid kwam er geleidelijk meer ruimte voor zijn humor. Wat kan een ander van betekenis zijn! De een probeerde de ander op te beuren. Beiden probeerden de ander te ontzien. Niet te laten merken wat hun pijn en moeite was. Maar ‘in houden van’ is en blijft afscheid nemen pijnlijk en moeilijk. Daar ontkomen we niet aan. Toch is er juist in het vertellen, het aangaan van de pijn, in het opnemen van je kruis, verrassend genoeg, vaak ook vreugde en ontroering te vinden. En zo ook nu; de lach kwam, de dankbaarheid voor het leven dat ze geleefd hadden. De troost door de mooie dingen die ze samen hadden mogen beleven. De goede herinneringen, die zullen blijven.

Zijn vrouw liet ons nog even alleen. Ze wilde haar man ruimte geven, voor als er nog dingen waren, die hij zonder haar aanwezigheid wilde bespreken. Hij vond het goed. Hij wilde vooral doen, wat zij graag wilde, wat zij nodig had.

Nu dan, afscheid nemen, dat kon hij niet, zei hij. Dat vond hij het moeilijkst. Ik vroeg hoe hij dat dan gedaan had toen hij met pensioen ging. Hij was gewoon weggegaan, zonder afscheid te nemen. Mensen voelen zich vaak tot last, als ze ziek zijn, sterven gaan, maar ‘je kunt ze nog iets belangrijks geven,’ zei ik. ‘Neem goed afscheid. Voor jezelf en voor je vrouw, je dierbaren. Geef ze de ruimte om afscheid van je te nemen. Dat zal hen helpen. Het zal straks in het missen hen meer rust en vrede geven.’ Hoe benauwd hij ook was, hij luisterde aandachtig.

‘Je hoeft alleen maar jezelf te zijn en te ontvangen. En echt ontvangen is niet zomaar iets. Echt ontvangen is een groot geven.’ Het is troostend als je de kussen, de woorden die ze je geven, kunt ontvangen. ‘En in dit uurtje dat ik je een klein beetje heb leren kennen, denk ik dat je dat zeker kunt.’

Ik merk dat alles wat gezegd moest worden, gezegd is en ik geef hem een hand ter afscheid. Hij neemt mijn hand aan en bedankt me. ‘En valt mee,’ zegt hij. ‘Wat valt mee?’ Vraag ik. ‘Afscheid nemen,’ zegt hij met een spoor van humor in zijn ogen.

Twee dagen later, is hij, na afscheid te hebben genomen van zijn naasten, vredig ingeslapen. Rouw is er, maar ook dankbaarheid dat het zo mocht gaan. Vaak hebben we het over levenskunst, maar als de tijd ons gegeven is, is op een goede manier sterven ook een kunst.

Marjanne van de Mheen

Art: Paul Bulika

Grensgesprekken

Een persoonlijke bijdrage van Joke Drewes

Grensgesprekken

Via het Centrum voor Levensvragen ben ik als geestelijk verzorger regelmatig in het hospice Almere. Daarnaast werk ik in een woon-zorgcentrum, ook als geestelijk verzorger. Op beide plekken is de dood nooit ver weg. Ik vind het eervol om in de laatste fase in iemands leven dichtbij te mogen komen. Wat belangrijk is, drijft naar de oppervlakte en wordt vaak bespreekbaar.

Het is heel bijzonder om deelgenoot te mogen zijn van iemands gedachtewereld in de laatste periode. De angsten, de dromen, de zorgen, de gelatenheid. De kracht en waardigheid die tot het einde overeind blijft staan. Regelmatig komt het gesprek op het levenseinde, en wat dat voor iemand betekent. Het is iets waar veel mensen over na gaan denken als de dood dichterbij komt. Is de dood een punt, een komma, of iets daar tussen in? Af en toe klampt iemand me aan met wanhoop in de ogen, met de hoop dat ik als geestelijk verzorger een antwoord heb. Ik moet dan teleurstellen, ik ben er niet één van het soort dat met antwoorden rondloopt. Ik heb wat vage vermoedens en wat hoop, maar een stellig weten ontbreekt mij. Wel verzamel ik in mijn hart de antwoorden van de mensen die ik spreek.

Ik vind ze stuk voor stuk prachtig, in hun eigen kracht en kwetsbaarheid, en wil er hier graag een aantal delen.

“Ik ben als een golf in de zee. Het water heeft een tijdje deze vorm aangenomen en straks is dat voorbij. Het leven vindt dan weer een nieuwe vorm. Ik vind het wel moeilijk voor mijn familie, die gehecht zijn geraakt aan deze vorm. Zij zullen me toch missen.”

“Ik ben toch zo bang dat er reïncarnatie is… Ik had een moeilijk leven en ben blij dat het straks voorbij is. Het lijkt me vreselijk om weer van vooraf aan te moeten beginnen.”

“In mijn leven ben ik langs allerlei religies gegaan en blijven hangen bij het boeddhisme. In dat geloof gaat mijn ziel na de dood nog verder op reis. Nu het dichtbij komt vraag ik me af: geloof ik dat nou echt? Of ben ik daar toch te nuchter voor?”

“Ik hoop zo dat er één moment komt van totale verlichting: dat ik alles ken, alles begrijp en doorgrondt. En daarna het grote niets.”

“Ik geloof dat je in het leven een opdracht hebt, waarvan je moet leren. Kennelijk is mijn taak volbracht en heb ik genoeg geleerd. Wat ik heb geleerd heeft gaat mee in een volgend leven, waar ik weer verder zal groeien.”

“Volgende week ben ik er waarschijnlijk niet meer. Ik zal nog een tijdje herinnerd worden. Daarna is wat ik ben helemaal verdwenen.”

“Ik vind het ongelofelijk jammer dat mijn leven stopt. Maar ik vind het niet erg om dood te gaan. Doodgaan is niets. Letterlijk niets. Hoe zou ik daar bang voor kunnen zijn?”

Wat mij raakt in al deze gesprekken is dat mensen zichzelf zo recht in de spiegel aan durven kijken. Met alle hoop en wanhoop die erbij komt kijken. Een zoeken naar een manier om vrede te sluiten met het onvermijdelijke, ook als dat zo rauw en oneerlijk is. Er rest mij weinig anders dan luisteren, en als het gepast is met iemand mee op zoek te gaan. En ik besef me iedere keer weer, dat ik in mijn werk zoveel meer ontvang dan ik te geven heb.

Joke Drewes

Verzorging van de geest

Verzorging van de geest

Een persoonlijke bijdrage van Marian van Leeuwen

“Hallo Marian, heb jij nog ruimte voor een patiënt? Het betreft een 74-jarige man uit Denemarken.   Onlangs is hem verteld dat de behandeling niet meer werkt voor hem. Hij weet niet waar hij het zoeken moet. Heeft geen netwerk, echt helemaal niemand. En is de Nederlandse taal onvoldoende machtig om zaken als boodschappenservice en persoonsalarm te regen. Leidt een teruggetrokken leven, en lijkt dat zo te willen houden…” aldus een verwijzing van de palliatief verpleegkundige van het ziekenhuis.

Zoals vaker gaan we als geestelijk verzorgers met summiere informatie op pad. Telefonisch maak ik een afspraak en een paar dagen later zit ik bij de Deense meneer in de woonkamer. Een schichtige magere man met een grote televisie en alle gordijnen dicht.

Het eerste waar hij over wil praten is zijn wens dat de as – zijn as – op het graf van zijn vader in Denemarken in Århus wordt uitgestrooid. Hij laat mij een handgeschreven brief zien van zeven jaar geleden, waar hij deze wens al op beschreef toen hij hoorde dat er kanker bij hem was geconstateerd.

Het gesprek neemt een wending naar wat zijn vader voor hem betekent, wie er nog meer van betekenis voor hem is of was, en door wat of wie hij zich gedragen voelt.

Na dit eerste gesprek bezoek ik meneer iedere week en herhaalt hij steeds weer zijn wens. Daarnaast bleek hij, zoals de verpleegkundige van het ziekenhuis al had voorzien, ook praktische hulp nodig te hebben. Voor het aanmaken van een account bij de Lidl, voor het aanvragen van persoonsalarm en huishoudelijk hulp, en zelfs bij het ontvangen van de huisarts bij hem thuis.
Vervolgens wees hij zo’n beetje alles af. Hij wilde geen sleutelkastje bij zijn voordeur, dus kwam er geen persoonsalarm, en de huishoudelijke hulp zinde hem niet, dus die hoefde ook niet meer te komen. Zelfs de huisarts liet hij voor de deur staan.

Meneer had met nog één iemand contact, namelijk met een neef in Denemarken. Hij was bang dat zijn neef het bericht dat hij gaat sterven, niet aan zou kunnen. Neef heeft namelijk autisme. Na een aantal weken is hij zover om zijn neef te bellen. Ik ben erbij. Het is een emotioneel gesprek. Daarna bellen ze elkaar bijna dagelijks.

We bespreken vaak zijn wens om zo lang mogelijk in zijn eigen huis te kunnen blijven, maar niet alleen in huis te sterven. Het is een precair evenwicht. Meneer is ernstig verzwakt, kan nauwelijks meer de trap oplopen, maar wil ook geen bed beneden. Dan, op een dag, zie ik dat het niet meer gaat, meneer is die ochtend gevallen en zegt zelf ook dat het zover is. Hij wil naar het hospice. De coördinator van het hospice komt voor een intake, er is plek – godzijdank – en diezelfde middag wordt hij opgenomen. Tijdens het wachten op de ambulance praten we over wat het huis voor hem heeft betekend. In dit gesprek zie ik hem afscheid nemen van het huis dat hem zo lang geborgenheid gaf.  

In het hospice zeg ik hem gedag: “Tot na het weekend”. Waarop hij antwoordt “Als ik dat nog haal.”

En inderdaad, in dat weekend komt hij te overlijden, vredig en rustig. Het hospice schakelt de gemeentelijke uitvaartorganisatie in en als ik maandag contact opneem, lijkt mijn rol te zijn uitgespeeld.

Of niet?

Zijn wens dat de as op het graf van zijn vader wordt uitgestrooid blijft door mijn hoofd spoken. Tot hoever gaat mijn verantwoordelijkheid als geestelijk verzorger? Wat is dat, zorgen voor de geest? Ik bespreek het met een goede vriend die theoloog is. Hij zegt “Marian, of je het nou als geestelijk verzorger of als mens doet, als jij meneer in deze laatste wens nog wil tegemoetkomen, dan moet je dat gewoon doen.” Door hem gesterkt bel ik de gemeente, de uitvaartorganisatie en het crematorium. Ik krijg alle medewerking en wordt gemandateerd om de as op te halen. Ik neem contact op met de neef in Denemarken, die in Århus woont. Hij verzekert mij de as te zullen gaan uitstrooien op het graf van zijn grootvader. De gemeente wil zelfs de verzendkosten betalen.  Dan zegt mijn bevriende theoloog dat hij en zijn vrouw deze zomer naar Denemarken gaan en de as bij de neef willen brengen. En zo is het gegaan.

Marian van Leeuwen

Karma is een uitdaging!

Een persoonlijke bijdrage van Rawie Sewnath

Karma is een uitdaging. Voor mij – geboren en getogen in een hindoe gezin – wordt het weer eens duidelijk dat westerlingen vaak een verkeerde uitleg of duiding geven aan oosterse begrippen. Karma komt wat mij betreft sterk overeen met de 3e wet van Newton die ik vereenvoudigd lees als: actie = reactie.

Karma is een natuurwet en kent geen oordeel, dus is er überhaupt geen sprake van goed of kwaad. Goed en kwaad zien we veelvuldig terug in de Abrahamitische religies, te weten: jodendom, christendom en islam. Daar worden gesproken over koosjer en tereefa, deugd en zonde, halal en haram. Oosterlingen denken eerder in termen van onwetendheid (avidya).

Doe je karma uit onwetendheid, dan heeft dat een gevolg. Doe je karma bewust, dan heeft dat ook een gevolg. Maar dan wel zonder een oordeel te hebben over de persoon in kwestie.

En juist dat onbevooroordeeld, onbevangen aanwezig zijn in het contact met de ander, noemen geestelijk verzorgers ‘presentie’.

Voor een westerling is het begrijpelijkerwijs soms lastig om een goed begrip te hebben van oosterse inzichten. Immers, er is geen sprake van doorleefde ervaring van de traditie (embodied knowing).

En daarom nodig ik de lezer van harte uit om bij zingevingsthema’s, existentiële, levensbeschouwelijke en spirituele vraagstukken een beroep te doen op de professionals van het Centrum voor Levensvragen. In het bijzonder als de hulpvrager uit een andere cultuur komt.

Rawie Sewnath

Beleving van dementie

Een persoonlijke bijdrage van Hette van der Leeuw.

Beleving van de ziekte dementie

Vaak is er al enige tijd overheen gegaan voordat bij iemand de diagnose dementie wordt gesteld. Geheugenproblemen of verward zijn kunnen ook andere oorzaken hebben. Soms zijn deze problemen tijdelijk door medicijnen of bij voorbeeld een blaasontsteking. De eerste signalen van dementie worden vaak niet herkend of worden gebagatelliseerd. U kunt zich hierdoor niet begrepen, verdrietig of boos voelen. Misschien heeft u steeds het gevoel te falen. Dit vergroot de kans op een isolement en heeft gevolgen voor uw gezondheid. Schaamte en gêne kunnen een rol spelen. Het kan ook anders. Als geestelijk verzorger kunnen wij in gesprek gaan met u en uw familie.

Het gesprek gaat over vragen als:

  • Wat voor geheugenproblemen heeft u? Wat is de betekenis hiervan voor het dagelijks leven? Bent u zich bewust van de kans op toekomstige achteruitgang?
  • Ervaart u verlies van gezondheid, van mogelijkheden, verlies in zelfwaardering of waardering door anderen?
  • Hoe gaat u om met de gevolgen van uw ziekte?

Gedicht

‘Het leven is als zand

wat we zeven, maar

tellen je kruisjes

tot ver boven de zeven

dan merk je dat in die zeef

nog maar enkele korrels

zijn overgebleven’

Dit gedichtje, geschreven door een 86-jarige vrouw met de ziekte van Alzheimer, zegt iets over haar nuchtere kijk op het leven, maar tegelijkertijd roept het de vraag op over hoe die ‘enkele korrels’ die zijn overgebleven worden ervaren door een persoon in haar toestand. Het beeld van dementie, waarvan de ziekte van Alzheimer de meest voorkomende vorm is, is in onze samenleving overwegend negatief. In de war zijn, niets meer kunnen onthouden, het steeds afhankelijker worden van anderen, maar ook het verlies van persoonlijkheid en identiteit zijn enkele van de veelgenoemde associaties wanneer mensen denken aan dementie. Dit beeld leidt tot angst. En deze angst brengt mensen ertoe om manieren te zoeken om dit gevreesde lijden te vermijden. Sommigen gaan daarom over tot het opstellen van een schriftelijke, wilsverklaring voor het geval dat zij dement worden.

Uit onderzoek is onder meer naar voren gekomen dat een gesprek over de wijze waarop mensen met de ziekte dementie hun situatie ervaren en waarderen zeer goed mogelijk is. Van belang bij het aangaan van zo’n gesprek is dat hier de tijd voor wordt genomen, dat de gesprekspartner op zijn/haar gemak worden gesteld, en dat hij/zij volop de ruimte krijgt om het eigen verhaal te vertellen. De vertrouwensband die hiermee ontstaat tussen de geestelijk verzorger en de persoon met dementie, kan leiden tot een grote mate van openheid over de persoonlijke ervaringen.

Een tweede belangrijke bevinding uit onderzoek is, dat de geleidelijke achteruitgang, die kenmerkend is voor de ziekte van Alzheimer tegelijk ook ruimte biedt voor aanpassing en het leren omgaan met de gevolgen, waardoor de ervaringen van ouderen die de ziekte hebben in gunstige zin kunnen afwijken van de negatieve ideeën die ‘gezonde’ ouderen vaak hebben over hoe zij de ziekte zullen ervaren, mochten zij die ooit krijgen. Dit betekent ook dat de actuele wensen ten aanzien van zorg en behandeling van mensen met de ziekte van Alzheimer af kunnen wijken van de opvattingen die zij hadden voordat de diagnose werd gesteld en die zij eventueel in een schriftelijke wilsverklaring hebben vastgelegd. Daarnaast is gebleken, dat er ook aandacht besteed dient te worden aan het verschil in inschatting van de kwaliteit van leven tussen de patiënt en direct betrokkenen, waarbij patiënten vaak positiever oordelen dan hun naasten.

Daarom is het van essentieel belang om met mensen met dementie zelf in gesprek te blijven over hun ervaringen en wensen. In het verlengde hiervan is het goed denkbaar dat veranderingen in wensen en behoeften van mensen met dementie na het stellen van de diagnose, er mede toe leiden dat slechts weinigen een verzoek tot hulp bij levensbeëindiging doen. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het geringe aantal gevallen van euthanasie/hulp bij zelfdoding bij dementie.

In het leven maak je allemaal keuzes. Meestal zijn die keuzes afhankelijk van je levensovertuiging. Die kunnen een gevolg zijn van je geloof, maar ook zonder gelovig te zijn beschik je over waarden die je leven richting geven. Hoe je in het leven staat. Een ernstige ziekte als dementie doet je aan alles twijfelen: ook aan je eigen opvattingen. Dan kun je wel wat hulp gebruiken: van je omgeving, van een dementieconsulent, maar ook van een geestelijk verzorger die de tijd voor je neemt. Ook uw naasten kunnen een beroep op ons doen en een afspraak met een geestelijk verzorger maken.

Hette van der Leeuw

Waardig sterven gun je ieder mens

Een persoonlijke bijdrage van Jacob Oeverbeek

Waardig sterven gun je ieder mens

Ik was als geestelijk verzorger laatst uitgenodigd als één van de sprekers op een scholingsavond voor zorgmedewerkers uit de wijkverpleging. Centraal stond de casus van mevrouw Smit. Weliswaar fictief, maar heel herkenbaar voor alle deelnemers: een oude vrouw van 89 jaar die bedlegerig, moe en eenzaam is en eigenlijk alleen nog maar wil slapen. Ze ziet haar kinderen alleen nog heel soms en is uitermate verzwakt doordat ze nauwelijks meer eet of drinkt. De familie dringt aan op palliatieve sedatie, wat betekent dat mevrouw Smith in slaap wordt gebracht tot het moment van overlijden, om haar lijden te verzachten. Hiertoe kan de huisarts alleen beslissen als de levensverwachting kleiner is dan twee weken en er moet sprake zijn van onbehandelbare ernstige lichamelijke of psychische klachten. Van dit laatste is bij mevrouw Smith geen sprake. In deze gevallen kan existentieel lijden doorslaggevend zijn om toch palliatieve sedatie toe te passen.

Het viel mij deze avond op dat het voor veel zorgmedewerkers niet lekker zat om in deze casus toch te kiezen voor palliatieve sedatie. Want wat houdt existentieel lijden dan eigenlijk in?  Dat is typisch een vraag voor een geestelijk verzorger. Die avond heb ik het zo uit proberen te leggen: eigenlijk is er niemand die niet existentieel lijdt wat niets anders betekent dan dat je soms aan het leven lijdt. Ons menselijk bestaan wordt gekleurd door allerlei ervaringen van leed en verlies. Wij mensen hebben behoefte aan een zinvol leven. Daar kun je heel veel over zeggen, maar voor die avond beperkte ik me tot drie te onderscheiden verlangens. We verlangen er allemaal naar dat we een doel in ons leven ervaren, een ‘hiertoe-ben-ik-op-aarde’. Daarnaast verlangt ieder mens ernaar dat jij als persoon niet iemand bent van dertien in een dozijn, maar dat je er op jouw manier toe doet. En als laatste wil iedereen graag het idee hebben dat je op de één of andere manier een beetje grip op je leven hebt en houdt, dat je wat sturing kunt geven aan je bestaan.

Foto: Emilie Vrijmoed

Als je vanuit deze drie aspecten naar het leven van mevrouw Smit kijkt, dan kun je zeggen dat het heel goed mogelijk is dat zij existentieel lijdt. Het is goed voor te stellen dat zij zich overbodig is gaan voelen. Doordat haar kinderen haar niet meer opzoeken kan ze het gevoel hebben gekregen dat ze er niet meer toe doet. Het kan zo zijn dat haar levensdoel altijd het zijn van een goede moeder is geweest en nu haar kinderen haar zo links laten liggen, zij haar levensdoel uit zicht heeft verloren. Daar ze zo afhankelijk is geworden van zorg en misschien nog niet eens zelfstandig naar het toilet kan gaan, kan maken dat ze nog nauwelijks gevoel van regie ervaart over haar leven. Het zou goed kunnen zijn dat dit de zaken zijn waaraan zij existentieel lijdt.

De meeste zorgmedewerkers uit de wijkverpleging vonden palliatieve sedatie in deze casus heel onbevredigend, want viel hier nog niet iets anders te doen dan mevrouw Smith in slaap houden totdat ze komt te sterven?  Wat door hen duidelijk wordt aangevoeld is dat het hier niet om een goed sterven lijkt te gaan. En dat is waar het hier in de kern om gaat: waardig sterven.

Jacob Oeverbeek

Daar waar jij bent

Een persoonlijke bijdrage van Joke Drewes

Daar waar jij bent

“En nou zit ik hier te wachten tot ik dood ga.” Ik ben in gesprek met een oudere heer. We zitten in zijn appartement en we spreken over zijn leven. Hij heeft zich vanochtend gedoucht, met hulp van de zorg, en daarna koffie gedronken in het restaurant van het nabijgelegen verzorgingshuis. Zo meteen gaat hij nog wat boodschapjes doen, dat gaat nog net zelf.


Hij hoort slecht en praat wat moeilijk, maar we doen allebei ons best. Met wat geduld en aandacht verstaan we elkaar. Ik hoor over een getekend leven. Een jeugd getekend door oorlog en afwezige ouders. Geen toegang tot goed onderwijs, een moeizaam arbeidsleven. Vroeg met pensioen en daarna zijn partner verloren. De laatste jaren levert hij ook zijn gezondheid in. Zijn mobiliteit gaat achteruit en met zijn gehoor verdwijnt ook zijn grip op zijn sociale leven langzaam. En dan die zin: “en nou zit ik hier te wachten tot ik dood ga.”


Ik vond het een moeilijk gesprek. Als geestelijk verzorger kom je vaak in de buurt van hulpverlening en je raakt wat gewend aan het denken in interventies. Zou er medicatie mogelijk zijn? Is er een vrijwilliger te vinden die met meneer op wil trekken? En, vanuit mijn eigen vak, is er iets dat ik kan zeggen of vragen wat hem wijst op lichtpuntjes, op hoop? Is er een ritueel dat ik in kan zetten? Ik realiseer me ook dat ik dat zo graag wil omdat ik het zelf heel moeilijk vind om te accepteren dat iemand zijn eigen leven niet langer de moeite waard vindt. Ik kies voor een andere optie, die mijn eigen ongemak raakt, maar waar ik denk dat ik meneer het meest recht mee doe.

Ik zeg niks.

Ik laat meneer zoeken naar woorden waarin hij vertelt over zijn wereld die de glans verloren heeft en waarin hij geen zin meer vindt. De gedachten van deze meneer zijn de realiteit waarin hij leeft. Misschien is er op den duur samen met deze meneer te zoeken naar hoop. Maar voor nu wil ik hem ontmoeten in zijn realiteit, en daar samen met hem durven vertoeven.


Als geestelijk verzorgers hebben we, in het scala aan hulpverleners dat om iemand heen staat, een unieke rol. We hoeven iemand niet te wassen, socialiseren of diagnosticeren. We hoeven niet op te letten of medicatie ingenomen wordt, we schrijven geen oefeningen voor, we spuiten geen insuline.

We hebben de kans om iemand te ontmoeten, daar waar hij/zij/die is, en daar naast iemand te gaan staan. Van mens tot mens, zonder verdere agenda. In de professionalisering van ons vaak vind ik het belangrijk om dit aspect nooit uit het oog te verliezen. Ook wij raken geneigd om ingezet te worden als middel om de situatie voor iemand te verbeteren. Maar ten diepste is dat, in mijn opvatting, niet ons doel, hoezeer ook mijn hart soms hoopt dat het beter wordt.

De ontmoeting zélf is het doel, waarbij je de uitdaging aangaat om daar te durven zijn waar de ander is. Ook als die plek donker of ongemakkelijk is.


Het gesprek met meneer raakt weer wat aan de oppervlakte en we kletsen nog wat verder. We maken een nieuwe afspraak en ik neem afscheid. In de deuropening kijken we elkaar nog even aan. Zijn warme glimlach draag ik vandaag met me mee.

Joke Drewes

Dag van de levensvragen

Dag van de levensvragen

o

Op 25 juni was het de Dag van de Levensvragen. ‘Levensvragen’ klinkt misschien wat verheven. Wellicht denk je aan vragen als: ‘Waarom ben ik er?’, ‘Wat is de zin van het leven?’ of ‘Is er leven na dit leven?’ Interessante vragen waarover je mooie filosofische gesprekken kunt voeren. Je ontdekt dat er geen eenduidig antwoord is en daarmee heb je precies de kern te pakken van dit soort vragen. Je moet er de tijd voor nemen. Daarom worden ze ook wel ‘trage vragen’ genoemd.

Stilstaan bij levensvragen betekent stilstaan bij wat van waarde is in je leven. Niet zozeer welke geldwaarde we aan dingen toekennen maar welke betekenis de dingen, ervaringen, mensen voor je hebben. En dat kunnen ook hele alledaagse dingen zijn. Vaak worden mensen zich hiervan bewust bij grote veranderingen: bv. bij geboorte, huwelijk, verhuizing, overlijden van een dierbare of ziekte.

Wat vanzelfsprekend was of leek is ineens anders en dat heeft impact.

oo

Als geestelijk verzorger word ik gevraagd bij een meneer thuis langs te gaan die al een tijdlang last heeft van sombere gevoelens. Meneer is de tachtig gepasseerd, oogt sportief en slank. Zijn gezicht staat ernstig als ik binnenkom. Hij is kortademig, heeft buikpijn en slaapt slecht. Ineens vertelt hij dat hij niet meer kan tennissen. Als ik vraag wat dat tennissen voor hem betekent antwoordt hij geëmotioneerd: ‘Naast mijn gezin is tennis mijn alles’.

We spreken over zijn tenniscarrière. Hij heeft op hoog niveau in zowel binnen- als buitenland gespeeld. Tot voor kort speelde hij nog aardig met een aantal maten van zijn leeftijd. Een aantal keer per week trof hij hen en het was altijd gezellig. Het lukt niet meer. We praten over de rouw die hij voelt om het afscheid van zijn grote hobby en over ouderdom en moeten inboeten aan gezondheid.

ooo

Bij rouw denken we misschien automatisch aan het verlies van een overleden dierbare maar er zijn veel meer verliessituaties die je erg verdrietig kunnen maken. ‘Rouw gaat over liefde’, zegt de Belgische psycholoog en hoogleraar Manu Keirse. Je kunt met dezelfde passie rouwen over iemand die gestorven is als waarmee je van de persoon hebt gehouden. En als je met veel plezier en inzet een geliefde sport beoefent, is rouw een normale reactie als je dat verliest. Je kunt verdriet niet wegen of meten. Het is zo erg als het voelt voor die persoon, op dat moment.

Na verlies moet je je leven opnieuw organiseren en dat vraagt ‘rouwarbeid’, aldus Keirse. Ook al gaat het verlies niet over, de meeste mensen hebben voldoende veerkracht om het te boven te komen en een nieuw evenwicht te vinden. Ruimte maken voor gesprek, de emoties en je hart luchten, kan soms spontaan perspectief bieden op dat wat van waarde blijft: herinneringen, verhalen, genieten van andere dingen, dierbaren.

‘Morgen kijk ik naar de halve finale in Rosmalen, dat wordt spannend, van Rijthoven tegen de nummer 9 van de wereld’, zegt mijn cliënt met een glimlach.

Carolien Riemersma

Rouw Ritueel

Een persoonlijke bijdrage van Bettie Woord

Rouw Ritueel

Rouw is de verwerking van het verdriet en de ontreddering bij het verlies van dierbaren aan de dood, of aan het leven. Pijn om het niet meer kunnen, wat je nog zo graag had willen doen. Worstelen met een lichaam wat niet meer kan doen, waar jij nog van droomt. Het niet meer kunnen realiseren waar je dagelijkse uitdaging in zat.

Het praten over wat die pijn, dat verlies voor jou betekent, kan een steun in de rug zijn. Kan moed geven om verder te gaan. Soms zijn er rituelen nodig om rouw, verdriet los te kunnen laten.

Rouw, verdriet hoort bij het leven, loslaten klinkt dan ook te gemakkelijk. Verdriet en pijn gaan mee op je levensweg, maar de manier waarop je dit meeneemt kan het verschil maken.

Op een trieste dag werd ik gebeld, of ik tijd had om iemand te begeleiden en samen te zoeken naar een rouw ritueel. De vraag komt van iemand die de geliefde plotseling heeft verloren. Dankbaar iets te kunnen betekenen neem ik deze uitdaging aan en samen gaan we op zoek.

Er volgen verschillende gesprekken, waarin pijn en verdriet worden verwoord. Dit begint als de geliefde een doktersbezoek brengt vanwege heftige buikpijn. Het bezoek resulteert in een ziekenhuisopname en een operatie is noodzakelijk.

De geliefden leven in het hier en nu, hebben het net voor de operatie over ditjes en datjes, onwetend wat de operatie zal brengen.

Die ditjes en datjes zijn echt het laatste, want de geliefde komt niet terug uit de coma. Alle zorg op de IC mag niet meer baten. Opeens ligt daar de vraag; wanneer de stekker eruit? Verbijstering en ontreddering, je geliefde loslaten. Alles wordt nog veel pijnlijker bij het definitieve afscheid. Als achterblijvende helemaal alleen in beeld. Ongelooflijk wat een verdriet en pijn!

Samen zijn we de zoektocht aangegaan. Dapper werd stukje bij beetje, het waardevolle van de relatie verwoord. Woorden werden gevonden, die deze mensen nog tegen elkaar hadden willen zeggen. Woorden werden vastgelegd op wateroplosbaar papier. Eerst is de toon nog in het hier en nu, tot we bij het laatste stuk van het levensverhaal komen. Opeens is daar afstand, toch loslaten.

Muziek wordt uitgezocht, een glas met de naam van de geliefde er op wordt gevuld met water. De muziek klinkt en het papier wordt verscheurd, de snippers belanden in het glas en lossen op. Tranen vloeien, een emotioneel afscheid. Een zoektocht naar een ritueel is zo heel waardevol, er komt ruimte voor mooie herinneringen en moed om verder te gaan.

Voor mij bijzonder om zo’n zoektocht te mogen begeleiden. Een stukje levensweg te mogen delen om anderen nabij te zijn. 

Bettie Woord