Een persoonlijke bijdrage van Jacob Oeverbeek
Waardig sterven gun je ieder mens
Ik was als geestelijk verzorger laatst uitgenodigd als één van de sprekers op een scholingsavond voor zorgmedewerkers uit de wijkverpleging. Centraal stond de casus van mevrouw Smit. Weliswaar fictief, maar heel herkenbaar voor alle deelnemers: een oude vrouw van 89 jaar die bedlegerig, moe en eenzaam is en eigenlijk alleen nog maar wil slapen. Ze ziet haar kinderen alleen nog heel soms en is uitermate verzwakt doordat ze nauwelijks meer eet of drinkt. De familie dringt aan op palliatieve sedatie, wat betekent dat mevrouw Smith in slaap wordt gebracht tot het moment van overlijden, om haar lijden te verzachten. Hiertoe kan de huisarts alleen beslissen als de levensverwachting kleiner is dan twee weken en er moet sprake zijn van onbehandelbare ernstige lichamelijke of psychische klachten. Van dit laatste is bij mevrouw Smith geen sprake. In deze gevallen kan existentieel lijden doorslaggevend zijn om toch palliatieve sedatie toe te passen.
Het viel mij deze avond op dat het voor veel zorgmedewerkers niet lekker zat om in deze casus toch te kiezen voor palliatieve sedatie. Want wat houdt existentieel lijden dan eigenlijk in? Dat is typisch een vraag voor een geestelijk verzorger. Die avond heb ik het zo uit proberen te leggen: eigenlijk is er niemand die niet existentieel lijdt wat niets anders betekent dan dat je soms aan het leven lijdt. Ons menselijk bestaan wordt gekleurd door allerlei ervaringen van leed en verlies. Wij mensen hebben behoefte aan een zinvol leven. Daar kun je heel veel over zeggen, maar voor die avond beperkte ik me tot drie te onderscheiden verlangens. We verlangen er allemaal naar dat we een doel in ons leven ervaren, een ‘hiertoe-ben-ik-op-aarde’. Daarnaast verlangt ieder mens ernaar dat jij als persoon niet iemand bent van dertien in een dozijn, maar dat je er op jouw manier toe doet. En als laatste wil iedereen graag het idee hebben dat je op de één of andere manier een beetje grip op je leven hebt en houdt, dat je wat sturing kunt geven aan je bestaan.

Als je vanuit deze drie aspecten naar het leven van mevrouw Smit kijkt, dan kun je zeggen dat het heel goed mogelijk is dat zij existentieel lijdt. Het is goed voor te stellen dat zij zich overbodig is gaan voelen. Doordat haar kinderen haar niet meer opzoeken kan ze het gevoel hebben gekregen dat ze er niet meer toe doet. Het kan zo zijn dat haar levensdoel altijd het zijn van een goede moeder is geweest en nu haar kinderen haar zo links laten liggen, zij haar levensdoel uit zicht heeft verloren. Daar ze zo afhankelijk is geworden van zorg en misschien nog niet eens zelfstandig naar het toilet kan gaan, kan maken dat ze nog nauwelijks gevoel van regie ervaart over haar leven. Het zou goed kunnen zijn dat dit de zaken zijn waaraan zij existentieel lijdt.
De meeste zorgmedewerkers uit de wijkverpleging vonden palliatieve sedatie in deze casus heel onbevredigend, want viel hier nog niet iets anders te doen dan mevrouw Smith in slaap houden totdat ze komt te sterven? Wat door hen duidelijk wordt aangevoeld is dat het hier niet om een goed sterven lijkt te gaan. En dat is waar het hier in de kern om gaat: waardig sterven.
Jacob Oeverbeek