Op LinkedIn las ik een verontwaardigd bericht over het standpunt van de PVV inzake verslavingszorg. Als het aan de PVV ligt, krijgt een verslaafde één keer de kans om af te kicken, mislukt dit dan is er nog maar één optie: hij/zij wordt uitgesloten van het vrije verkeer van de samenleving en te werk gesteld in een Rijkswerkinrichting.

Au! Ik werk zelf in de verslavingszorg en ken iemand de mij dierbaar is, die kampt met verslaving. De term ‘verslaafden’ uitspreken doet al pijn. Een mens is altijd meer dan dat waar hij of zij aan lijdt. Experts zien verslaving als een hersenziekte, die niet simpelweg te genezen is met wilskracht. Het komt in alle lagen van onze samenleving voor; stress en onzekerheid kunnen aanzetten tot gebruik van verdovende middelen, en als er ook nog sprake is van andere pech, zoals bijvoorbeeld intergenerationele overdracht, werken die middelen als een fuik, waar je niet zomaar weer uitkomt.

Het kan iedereen overkomen.

Wekelijks houd ik een kringgesprek met mensen die lijden aan het syndroom van Korsakov. Over het leven. Daar weten deze mensen veel van, al functioneert het geheugen niet meer zoals ooit. Ze weten te vertellen over misbruik, over uitsluiting, over verslaafde ouders, over het leven op straat, over kinderen die geen contact meer willen. Ze kennen ook de positieve kanten van het leven. Zoals de waarde van nabijheid en de liefdevolle zorg van kinderen die, ondanks alles wat ze hebben meegemaakt met hun verslaafde vader of moeder, hen toch nabij blijven.

Voor het kringgesprek heb ik dertig foto’s op tafel gelegd. Iemand kiest een afbeelding van twee mensen die samenlopen, kijkend naar de maan. Op de foto staat de tekst “We are all just walking each other home” (Ram Dass). Zijn buurman vertaalt het als “We lopen samen, maar je doet je eigen voordeur open.” Een ander grapt: “Als je de goede sleutel hebt.” Degene die de kaart heeft gekozen, ziet in de afbeelding het kringgesprek, “we zijn als een familie en eens gaan we allemaal naar ons eigen huis”. Een andere deelnemer kiest een afbeelding waar hij zijn dochter in ziet. “Het kringgesprek is grappig, leuk, je hoort van elkaar, maar het doet me niks,” zegt hij, “want ik mis mijn dochter.”

Weer een ander pakt een afbeelding van twee handen. Hij ziet daarin een zwakke en een gemoedelijke hand. “Ze zijn allebei van mij, de zwakke hand heeft een troostende nodig, maar die kan ik niet voor mezelf zijn”.

Zo gaat het kringgesprek voort. Luisteren, delen, troosten, je uitspreken en kracht vinden in verbinding; verbinding met een afbeelding en verbinding met elkaar.

Behoeftes zoals ieder mens die heeft. Laten we een samenleving zijn, waarin ieder mens een luisterend oor, troost en kracht vindt, om te kunnen dragen waar het leven je voor stelt.

Marian van Leeuwen

Medemens, in alle soorten en maten